De kernprocessen van data modelling zijn essentieel om een effectief data model te ontwikkelen dat de gegevensbehoeften van een organisatie ondersteunt. Deze processen vormen de stappen die data modelleurs nemen om van een abstract concept naar een gedetailleerde, operationele database structuur te gaan. Elk van deze stappen heeft zijn eigen focus en output, wat samen een robuust framework vormt voor het beheren van data. Hier zijn de drie hoofdprocessen van data modellering beschreven:
1. Conceptuele Data Modellering
Het conceptuele data model is de meest abstracte vorm van data modellen. Dit model focust op het vaststellen van de algemene structuur van de data en de belangrijkste relaties tussen verschillende data entiteiten. Het doel is om een breed overzicht te geven van de data en hoe deze onderling verbonden is, zonder in te gaan op details zoals datatypes en lengtes van velden.
Belangrijke aspecten van conceptuele data modellering zijn:
- Identificeren van de belangrijkste entiteiten binnen de organisatie en hun relaties.
- Gebruik van entiteit-relatie diagrammen (ERD) om relaties visueel te vertegenwoordigen.
- Focus op de zakelijke behoeften en regels, los van technische implementatie.
2. Logische Data Modellering
Na het opstellen van het conceptuele model wordt dit verder uitgewerkt in het logische data model. Dit model biedt meer detail door specifieke attributen aan elke entiteit toe te wijzen en de relatietypes nauwkeuriger te definiëren. Het logische model is nog steeds onafhankelijk van de technologie die gebruikt zal worden voor de implementatie, waardoor het zich puur richt op de structuur en de regels van de data.
Kernpunten van logische data modellering omvatten:
- Definiëren van attributen voor elke entiteit met precieze specificaties zoals datatypes en beperkingen.
- Normaliseren van het model om data redundantie te minimaliseren en data-integriteit te verhogen.
- Voorbereiden van het model voor implementatie door het opstellen van een gedetailleerde blauwdruk van de database.
3. Fysieke Data Modellering
Het fysieke data model vertaalt het logische model in een schema dat geïmplementeerd kan worden in een specifiek database management systeem (DBMS). Dit model is zeer gedetailleerd en bevat alle implementatiedetails, inclusief tabelstructuren, indexen, primary en foreign keys, en performance optimalisaties zoals partitionering.
Aspecten van fysieke data modellering zijn:
- Aanpassen van het model voor specifieke kenmerken en beperkingen van het gekozen DBMS.
- Optimaliseren van de database structuur voor prestatie, zoals het definiëren van indexen en het kiezen van opslagformaten.
- Implementeren van beveiligingsmaatregelen en toegangscontroles.